Alle ritmes verzamelen – De eerste Nederlandse Chronobiologie Meeting!
Anneloes Opperhuizen (Tekst) – Hans van Kooten (Fotografie)
Zo’n 6 jaar geleden verzamelden veel chronobiologen in Nederland zich voor het laatst voor een wetenschappelijke bijeenkomst. Het OnTime consortium toverde zijn jaarlijkse consortiumbijeenkomsten om tot nationale congresdagen, maar toen OnTime op z’n einde liep, zagen ook de nationale congresdagen geen daglicht meer. Tot nu. Op initiatief van het BioClock consortium is de voorjaarsbijeenkomst opgeschaald tot de eerste nationale Dutch Chronobiology Meeting en die vond afgelopen 17 april plaats in Leiden. Met zo’n 120 deelnemers uit het hele land waren we overweldigd door de animo. Zoals Joke Meijer, hoogleraar in het LUMC en coördinator van BioClock, bij de opening zei: “Ik ben heel trots op deze onderzoeksgemeenschap. Als BioClock hebben we het initiatief genomen om deze dag te organiseren en in zowel het programma als de aanwezigen van vandaag is de helft onderdeel van het BioClock consortium. Maar de andere helft dus niet en dat laat zien hoe groot het onderzoeksveld van biologische ritmes is in Nederland.”
“Ik ben heel trots op deze onderzoeksgemeenschap. Deze bijeenkomst laat zien hoe groot het onderzoeksveld van biologische ritmes is in Nederland.” – Joke Meijer, hoogleraar LUMC, BioClock coordinator
Chronobiologie gaat over biologische ritmes in de breedste zin van het woord. Op zo’n dag kom je dus mensen tegen die werken aan planten, algen, knaagdieren, mensen, vogels en in principe ieder ander levend organisme. Dit zorgt voor een bonte verzameling van onderzoekers en geïnteresseerden, met een divers arsenaal aan onderwerpen dat voorbij komt.
Dr. Femke Rutters, onderzoeker in het Amsterdam UMC opende de ochtendsessie. “Ik ben geobsedeerd door slapen, maar mijn kinderen niet”, aldus Rutters die als ouder van jonge kinderen geïnspireerd raakte om de (voelbare) gevolgen van slaaptekort te onderzoeken. Als epidemiologe onderzoekt ze de interactie tussen slaap, voeding, bewegen en gezondheid. Hoe laat zouden mensen met diabetes type 2 bijvoorbeeld moeten eten of bewegen om stabielere suikerwaarden te krijgen? Voorlopig lijkt het beste advies om eerder op de dag te eten en wat later op de dag te sporten.
Hierna volgde Spinoza-premie winnaar Theunis Piersma, hoogleraar trekvogelecologie van de Rijksuniversiteit Groningen en het Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek. Als ecoloog heeft hij zich altijd bezig gehouden met natuurlijke ritmes maar “de overlap tussen ecologie en chronobiologie is nog altijd minimaal, een gemiste kans”, volgens Piersma. Meeslepend vertelde hij over de bijzondere gedragingen van migrerende kustvogels, zoals de rosse grutto die een record vloog van meer dan 10.000 km om op verschillende plaatsen te broeden en op te vetten. Van Alaska tot Europa, enorme afstanden waarbij ze tot wel de helft van hun lichaamsgewicht verliezen in zo’n vlucht. Ook de lepelaars zijn trekvogels en zij laten verschillende complexe ritmes zien die veranderen in de broedtijd wanneer ze voornamelijk nachtdieren lijken te zijn (om eten te vinden). Maar wanneer ze gaan trekken, doen ze dit voornamelijk overdag. Zijn het dan toch dagdieren? Hoedanook vertonen veel vogels duidelijke seizoensritmes in hun verenkleed en lichaamssamenstelling.
De overlap tussen ecologie en chronobiologie is nog altijd minimaal, een gemiste kans” – Theunis Piersma, hoogleraar trekvogelecologie NIOZ/RUG
Van ecologie naar psychologie want dr. Niki Antypa (Leiden Universiteit), onderzoekt de ontbrekende schakel tussen mentale gezondheid en het circadiane systeem. Slaap, chronotype en genetische samenstelling zijn allemaal belangrijk en ze liet zien dat met name avondmensen een grotere kans hebben op een depressie en zij reageren ook minder goed op behandelingen. Om succesvol te zijn in het mentaal gezond houden van mensen is het dus cruciaal om de afstelling van iemands biologische klok mee te nemen.
Dr. Milena Schönke (LUMC) en Ayano Shiba (Nederlands Herseninstituut, BioClock PhD) sloten de ochtendsessie af met knaagdierstudies naar de effecten van het tijdstip van rennen op de stofwisseling van de diermodellen. Het tijdstip van bewegen is belangrijk voor de verlaging van ontstekingswaarden, gezondere darmbacteriën, en versterkte ritmes in organen bleek uit hun onafhankelijke onderzoeksprojecten.
Met een lunch overbrugden we de pauze waarna Roelof Hut mocht spreken. Als student aan de Rijksuniversiteit Groningen was hij door Theunis Piersma geïnspireerd om biologie te gaan studeren en inmiddels is hij zelf hoogleraar Chronobiologie. Als evolutiebioloog vertelde hij over het belang van stress voor circadiane ritmes in het lichaam. Het idee dat stress alleen maar slecht is, heeft hij vakkundig om zeep geholpen want zonder de nodige stresshormonen vlakken ook onze broodnodig ritmes af.
“Stress is dus een beschermend mechanisme voor ons circadiane systeem” – Roelof Hut, hoogleraar RUG
Dr. Imre Kouw (Wageningen Universiteit) en dr. Jan-Frieder Harmsen (Universiteit Maastricht) vertelden dat ritmisch voeden of blootstelling aan natuurlijk daglicht bevorderlijk kan zijn voor de gezondheid van verschillende patiëntgroepen. Kouw vond dat voeden met intervallen ongevaarlijk is voor patiënten op de intensive care, en dat dit bevorderlijk kan zijn voor hun circadiane ritme en herstel. Harmsen zag dat glucosewaarden van mensen met diabetes type 2 sterk verbeterde wanneer zij aan meer natuurlijk daglicht werden blootgesteld dan wanneer ze in kantoorlicht zitten. De natuurlijke variatie in intensiteit en kleursamenstelling is dus zeer belangrijk voor de biologische klok en glucosehuishouding.
Nachtwerkers zijn bij uitstek een groep mensen die hun biologische klok verstoren. Laura Kervezee, assistent professor aan het LUMC en mede-coördinator van BioClock, liet zien dat politiemensen die nachtdiensten draaiden verstoorde ritmes kregen in duizenden metabolieten. Deze metabolieten zijn betrokken bij het afweersysteem en de vethuishouding in het lichaam, en op lange termijn kan deze verstoring bijdragen aan het ontwikkelen van verschillende ziekten.
Tot slot vertelde promovenda Anouk van Beurden (LUMC) over een molecuul (CEM3) dat ritmes kan versterken en de potentie om dit toe te passen bij bijvoorbeeld oudere mensen van wie de ritmes verzwakken. Tamara Brouwers (BioClock, RIVM) sloot af met haar eerste resultaten over het tijdstip van een SaRS-CoV2 vaccinatie en de afweerreactie van het lichaam hierop.
“Een dag zoals deze is waarom ik chronobiologie zo leuk vind!” – prof. Till Roenneberg (LMU Munich)
De diversiteit aan onderwerpen die gedurende de dag voorbij kwam, waren voor prof. Till Roenneberg “een goede reminder waarom hij chronobiologie zo leuk vindt”. De keynote spreker van de Ludwig Maximillian Universiteit uit München vulde het laatste uur met een inspirerend verhaal over sociale jetlag, chronotypes en maakte ook scherpe punten wat betreft het gebruik van begrippen in de chronobiologie. Bijvoorbeeld dat chronotype niet zo zwart-wit moet worden gebruikt als nu vaak gebeurd. “De term chronotypes is artificieel, het is geen statische eigenschap, het is flexibel en daarom een dynamische eigenschap. Afhankelijk van je genen, leeftijd en gedrag kun je een ochtend- of avondmens zijn gedurende delen van je leven.” “Dat we massaal problemen hebben met slaap en sociale jetlag veroorzaakt door wekkers – ik haat wekkers – komt voornamelijk door de industrialisatie waardoor onze ritmes worden gedempt. Binnen leven we in te weinig licht en dit is een probleem voor onze circadiane gezondheid”, aldus Roenneberg.
Afsluitend werden Anneloes Opperhuizen en Laura Kervezee bedankt voor de organisatie van deze dag en werd de posterprijs uitgereikt. Uit ruim 25 posters selecteerde de jury Kornelija Vitkute (RUG) met haar poster naar de effecten van nachtelijk licht op het ritme en slaap van de Europese kauw, als winnares en zij ontving de posterprijs: €200,- om te spenderen aan een wetenschappelijke reis of cursus. Artemiy Kovynev (LUMC) kreeg een eervolle vermelding.
Met zoveel mooie verhalen en inspiratie was het tijd voor de borrel. Tot volgend jaar!
The BioClock Consortium is funded by the NWA-ORC programme of the Dutch Research Council (NWO; project number 1292.19.077).